De schemerlampverkoper

Vandaag een verhaal uit mijn stad, en zelfs uit mijn eigen herinnering. Het gaat over licht en over waarheid, en ook wel een beetje over oneerlijkheid en leuke lampjes.

Als er één winkel is waar ik vroeger graag kwam op zaterdag, dan was het wel de schemerlampenzaak “Het vage schijnsel”. Het zat in het centrum van de stad waar ik woon, maar toch net op zo’n plek dat je er makkelijk langs zou lopen als je er niet naar zocht. Het was vanbinnen ook veel groter dan het er van buitenaf uitzag. Er waren zelfs meerdere verdiepingen, allemaal gevuld met de leukste lampen die je je maar voor kunt stellen. En het waren geen gewone lampen. Ze schenen namelijk licht over de diepste geheimen.

De man die het zaakje runde was al wat ouder, en hij droeg altijd een net pak met een hoed, zodat je zijn ogen meestal niet kon zien. En als je ze wel zag, zou je schrikken van hoe helder ze stonden, alsof er op de één of andere manier licht uit scheen. Mensen kochten bij hem niet gewoon een lamp, ze kochten er echt licht. Daar kwamen de vaste klanten ook voor.

De schemerlampverkoper was zo iemand bij wie je je snel op je gemak voelde, zo iemand die mensen het gevoel gaf dat ze hem écht alles konden vertellen. En dat deden ze dan ook. De schemerlampverkoper wist alles van iedereen, en iedereen wist dat hij alles van iedereen wist, maar hij zou het nooit doorvertellen. Toch waarschuwde hij altijd dat geheimen iets heel tijdelijks zijn. Alles zou, zoals hij het graag zei, uiteindelijk aan het licht komen. En hij kon het weten. Hij was immers degene die lampen vol waarheid verkocht, zelfs al leek hij zelf immuun te zijn voor hun effect.

Want zodra je zo’n lamp aanzette, verscheen de waarheid…

Want wie een lamp van hem kocht, betaalde eigenlijk voor een stukje waarheid. Dit waren geen lampen die je snel middenin de woonkamer neer zou zetten. De meeste mensen bewaarden ze voor hun bureau, of voor de slaapkamer, of voor op een tafeltje ergens in een onopvallend hoekje. Want zodra je zo’n lamp aanzette, verscheen de waarheid. Het licht maakte zichtbaar hoe mensen echt dachten over zichzelf. Het maakte zichtbaar hoe hun leven echt was. En het maakte zichtbaar wat ze echt wilden. Het maakte alles zichtbaar wat anders door het verborgene zou worden opgeslokt.

In sommige gevallen was het fantastisch. Ik weet nog goed dat ooit, toen ik bezig was een leuke nieuwe lamp uit te zoeken voor op het bijzettafeltje naast mijn heksenketel, er een meisje binnenkwam dat niet gezien wilde worden, want ze werd vreselijk gepest en ze dacht dat ze heel lelijk was. Ze wilde een lampje op haar kamer, zei ze, en de schemerlampverkoper glimlachte breed en liet haar één van de mooiste lampen zien die hij had. En zodra ze hem aanzette, zag ze zichzelf en realiseerde ze zich hoe mooi ze eigenlijk was, en hoeveel ze kon zijn, en ze begon te huilen zodra het haar duidelijk werd. En er was een student die zich eindelijk realiseerde dat hij de verkeerde richting gekozen had en nog snel switchte naar wat hij echt leuk vond. Er was de man die eindelijk begreep hoe onredelijk hij zich gedroeg in de ruzie met zijn broer, waarna hij snel terugging om het goed te maken. En ik zag door mijn lamp eindelijk wat ik al die tijd verkeerd had gedaan in mijn recept voor bosbessensmoothie (teveel kaneel).

In andere gevallen was het minder. Er was een vrouw die op de avond van het vijfentwintigjarig jubileum van haar huwelijk ontdekte dat ze eigenlijk helemaal niet meer van haar man hield. Er was een jonge man met een goedlopende carrière bij een bank die erachterkwam dat hij eigenlijk liever basisschoolleraar geworden was. En er was een kunsthistorica die haar lamp niet eens aankreeg.

Die lampen aandoen was sowieso best een kunst. Ze hadden geen koordje waar je aan kon trekken, en ook geen knopje ergens op het snoer. Ze hadden zelfs helemaal geen snoer, want ze hoefden niet in het stopcontact.
,,Echt licht kan zichzelf voeden,” zei de schemerlampverkoper altijd mysterieus. “Het komt vanuit een bron, maar die kennen wij niet, laat staan dat we daarmee zelf lampen zouden kunnen aandrijven.” En dan lachte hij alsof het volkomen logisch was. Nee, om deze lampen aan te krijgen zei je stomweg:
,,Licht, schijn.” En dan sprong je lamp aan en verlichtte de hele kamer.

Soms is het zoeken naar het licht anders ook iets waard op zichzelf…

Jammer genoeg werkte het soms ook niet. En bij deze kunsthistorica werkte het zelfs helemaal niet. Ze bleef eindeloos herhalen: licht schijn, licht schijn, licht schijn… Maar het bleef donker in haar huis. Zoals je zult begrijpen ging ze woedend terug met de lamp en de aankoopbon, en verweet de schemerlampverkoper:
,,Hij doet het niet!”
,,Nee, jij doet het niet,” was wat hij zei. “Het licht kan pas gezien worden als u het ook wilt zien.”
,,Natuurlijk wil ik het zien,” protesteerde de vrouw. “Ik heb die lamp toch niet voor niets gekocht?”
,,Soms is het zoeken naar licht anders ook iets waard op zichzelf.” De schemerlampverkoper glimlachte, maar de vrouw schudde haar hoofd, rolde met haar ogen en stoof toen ziedend naar buiten. Ze smeet haar schemerlamp stuk op de harde tegels en ging toen stampvoetend naar het politiebureau, waar ze aangifte deed van bedrog.

Natuurlijk haalde het de krant. En meer mensen wiens lamp niet werkte deden verontwaardigd hun verhaal. En mensen die door de lamp allerlei nare dingen over zichzelf ontdekt hadden natuurlijk ook. Het haalde de plaatselijke krant, en iedereen sprak vol verwijting over de schemerlampverkoper, die mensen allerlei ellendige dingen over zichzelf aanpraatte, en dan nog spullen leverde die het helemaal niet deden ook. De kunsthistorica deed een oproep om rotte eieren tegen de ruit van de winkel te gooien, en om er vooral nooit meer een schemerlamp te kopen. Ik heb er natuurlijk niet aan meegedaan. Maar ik durfde er die volgende zaterdagen ook niet echt meer heen. Waarschijnlijk gold dat voor wel meer trouwe klanten.

En dat is misschien ook wel de reden dat het zaakje nu verdwenen is. Tegenwoordig zit er geloof ik een kaaswinkel, maar ik moet eerlijk zeggen dat ik eigenlijk nooit meer in het straatje kom. De schemerlampverkoper zelf  is verdwenen. Niemand weet waar hij gebleven is. Misschien is hij ergens anders een soortgelijk zaakje begonnen, heel ver weg in een andere stad waar het centrum een onopvallend hoekje voor hem had. Of misschien is hij wel écht verdwenen, zoals licht verdwijnt als je een lamp weer uitzet.

Toch staat op mijn bureau, op een ietwat onopvallende plek, nog één van de schemerlampen die ik ooit bij “Het Vage Schijnsel” heb gekocht. En heel af en toe zet ik hem aan, want het licht maakt de waarheid zichtbaar als ik er klaar voor ben om hem te weten te komen. En het maakt mijn herinneringen zichtbaar aan een bijzondere plek die ik nooit meer zal vergeten.