Het meisje in de spiegel

Soms verander ik in een vlinder en fladder rond op zoek naar een mooi verhaal dat ik nog niet kende. Kleine oogjes zien soms grote dingen, en vanuit de lucht lijkt alles anders. Zo vind ik mijn Vlinderverhalen. Dit keer dat van Anna, of eigenlijk misschien meer het verhaal van het meisje in haar spiegel.

Van veel dingen begreep ze pas later wat ze echt betekenden. Ze had zich vaak afgevraagd of dat kwam doordat de dingen op de één of andere manier pas later echt betekenis kregen, of vooral omdat zij het gewoon te makkelijk miste. Misschien was ze in het algemeen wel te weinig op zoek naar betekenis. Anna staarde naar het meisje in de spiegel, dat de peinzende blik van een beginnend filosofe getrokken had, en dat was er eentje die ze nog niet vaak gezien had.

Ze realiseerde zich weer eens dat ze dacht dat ze dit gezicht heel goed kende, terwijl het eigenlijk het gezicht was van een meisje dat ze nog altijd niet helemaal begreep. Hieronder zat een hart dat had moeten leren vechten, afgesloten zodat het donkere gif niet naar buiten zou lekken, en tegelijk kwetsbaar en verlangend naar het geluk waar ze zo bang voor was. En iets van dat alles was ook in haar ogen te zien, in de manier waarop ze lachte, misschien wel in haar hele gezicht…

Maar de vormen van haar gezicht begreep ze wel heel goed. Die voelden zelfs vertrouwd. Ze ging liefdevol met haar rougeborstel over haar wangen tot ze haar bekende blos weer had. Daarna deed ze haar mascara goed, en ze knipoogde een paar keer verleidelijk met haar volle, zwarte wimpers. En tenslotte deed ze haar gloednieuwe rode lippenstift op. Die had ze gisteren gekocht, en voor gisteren had ze zelfs nog nooit rode lippenstift gehad. Ze droeg altijd de veilige rozetinten, ook omdat haar vriend met zijn jaloezie…

En iets van dat alles was ook in haar ogen te zien, in de manier waarop ze lachte, misschien wel in haar hele gezicht…

Ze zuchtte. Ze moest niet aan haar vriend denken. En als ze dan toch aan hem dacht, dan moest ze niet meer aan hem denken als ‘haar vriend’. Hij was haar vriend niet meer. En misschien was hij inmiddels zelfs al wel de vriend van iemand anders. Ze huiverde, net als het meisje in de spiegel, en op de één of andere manier zag het er raar uit met haar vuurrode lippen. Ze deed haar best weer sexy te kijken, elegant, een vrouw van de wereld die alles onder controle had en klaar was voor wat-dan-ook. En vooral niet het dodelijke monster dat zich ergens in deze fantastisch uitziende lege huls verschool, klaar om in te klauwen op de eerstvolgende die…

Ze schudde de gedachten van zich af en liep de woonkamer van haar appartement in. Ze haalde een paar keer diep adem en begon haar handtas in te pakken. Spiegeltje, lippenstift, portemonnee, en haar notitieboekje, met daarin het allerbelangrijkste: de Lijst. Die had ze de afgelopen weken met grote zorg gemaakt. Hij bestond uit twee delen: eentje voor alles waar haar nieuwe vriend ab-so-luut aan moest voldoen, en eentje met voorkeuren die geen harde vereisten waren. Ze ging op een krukje zitten en werkte haar voeten in haar gloednieuwe rode pumps, die ze samen met de lippenstift gekocht had. Ze moest sexy zijn vanavond, en grappig, en verder vooral interessant.

Ze liep terug naar de spiegel, controleerde of de duistere gedachten weg waren, en herhaalde het toen nog eens zachtjes voor het meisje dat ze daar zag staan.
,,Sexy, grappig, interessant.” Was ze dat? Ze had er al grote moeite mee stabiel te blijven staan op deze schoenen. Toen ze nog bij haar vriend, nee, bij haar ex was geweest had ze nooit moeite hoeven doen om sexy, grappig of interessant te zijn. En trouwens, hij had haar er voortdurend van verzekerd dat ze dat allemaal niet was.

Ze liep terug naar de spiegel, controleerde of de duistere gedachten weg waren, en herhaalde het toen nog eens zachtjes voor het meisje dat ze daar zag staan.

Haar ex. Een bittere woede wierp een schaduw over haar gezicht. Ze moest niet meer aan hem denken. Ze moest in elk geval niet meer aan hem denken zoals hij ooit geweest was, toen het nog vooral liefde geweest was, en niet zoveel problemen. Ze zuchtte weer, terwijl ze haar nepnagels uit de verpakking haalde en de eerste vast begon te maken. Hij had zoveel problemen gehad. Zijn werk. Zijn familie. En niet te vergeten de drugs.

Lange tijd had ze gedacht dat hij ze niet op kon lossen. Ze had medeleven gehad, medelijden zelfs, en ze had hem geprobeerd te helpen. Ze had zelfs geprobeerd zijn problemen voor hem op te lossen. Maar op een goed moment was ze in gaan zien dat hij zijn problemen helemaal niet op wilde lossen. Hij was mooi geweest, stijlvol zelfs, met een glimlach waarvoor ze alles zou doen. Maar zijn hart was duister, bitter en koud. Niet dat hij dat prettig vond. Maar het was wat hij kende. En hij durfde het niet los te laten.

De duisternis was hongerig geweest, te gulzig om alleen in zijn hart te blijven, en het was in zijn woorden geslopen, in zijn daden, in zijn meningen, en ook in de manier waarop hij zich naar haar gedragen had. En toen hij voor de zoveelste keer tegen haar begon te schreeuwen om een reden die zo onzinnig was dat ze het zich niet eens herinnerde… toen had ze er genoeg van gehad. Ze had zich zo sterk gevoeld toen ze hem met vaste stem vertelde dat dit dus echt niet kon. Ze voelde de kracht door haar heen stromen toen ze hem de deur wees omdat ze tijd nodig had om na te denken. En ze was trots geweest op hoeveel waardigheid ze had uitgestraald toen ze het dan uiteindelijk uitmaakte.

Maar nu was het stil geworden. En langzaam maar zeker kreeg alles echt betekenis, of zag ze dat het dat altijd gehad had, of zag ze in dat ze gewoon te weinig met betekenis bezig was geweest, of wat dan ook. Ze was single. Dat was misschien wel het beste woord wat er was. Beter dan bijvoorbeeld alleen. Maar zo voelde ze zich wel. Al haar vriendinnen hadden een stabiele relatie. Al haar collega’s waren getrouwd of anders verloofd, of op zijn minst al lang met iemand samen.

De duisternis was hongerig geweest, te gulzig om alleen in zijn hart te blijven…

Ze deed haar parfum op en ademde een paar keer diep in en uit. Vanaf nu moest ze zich concentreren, en haar gedachten niet nogmaals weg laten glippen. Ze moest immers al bijna gaan, anders zou ze nog te laat komen. Ze was nog nooit eerder naar een blind date geweest. Wie zou ze tegenover zich krijgen? Zou hij haar leuk vinden? Sexy, grappig en vooral interessant? Of niets van dat alles? Ze was blij dat je voor dit soort dingen alleen een foto, je leeftijd en een korte beschrijving van je hobby’s hoefde op te geven. Als ze haar psychologisch dossier had moeten uploaden… Ze lachte cynisch. Dat zou elke potentiële partner doen rennen, schreeuwend en waanzinnig huilend.

Ze stelde zich even voor dat ze zich zo zou introduceren. “Hallo, ik ben Anna. Ik ben door elf psychologen behandeld, die het allemaal opgegeven hebben. Ze hebben zelfs shocktherapie geprobeerd, maar ook dat hielp niet, al deed het wel echt zeer. Ik heb twee mislukte zelfmoordpogingen gepleegd voor ik mezelf veroordeelde tot dit waardeloze leven. Oh en ik ben ooit gediagnosticeerd met psychopathie, nadat ik een vriendin het ziekenhuis in geslagen heb. Door mijn mentale handicap en trauma’s is de kans statistisch gezien schrikbarend groot dat ik partnerloos, depressief en zonder werk in een achterbuurt eindig. Maar ik probeer al zolang als ik leef om dat lot te veranderen. Ook leuk jou te leren kennen. Zullen we nog een drankje doen? Naar de film? Romantisch kussen op een brug? Wil je bloemen voor me kopen, en oorbellen en chocolaatjes? En zullen we dan proberen gelukkig te worden?” Ze lachte nog steeds, maar intussen stroomde er ook een traan over haar wangen.

Ze lachte altijd. Haar collega’s waardeerden het hoe positief ze toch altijd was. Ze had zichzelf geleerd altijd te blijven lachen. En ze droeg bijna dagelijks bloemen in haar haren. Ze had zichzelf geleerd om er lief uit te zien. Ongevaarlijk. En vooral niet als een al te erge psycho. Dat was ze niet. Dat had ze door haar leven heen wel bewezen. Ze had haar opleiding gehaald terwijl iedereen dacht dat het haar nooit zou lukken. Ze woonde al jaren op zichzelf, wat niemand voor mogelijk gehouden had. En ze had zelfs vrienden gemaakt in het proces.

En tot voor kort had ze ook een vriend gehad. Gecompliceerd, dat wel, maar zij was ook gecompliceerd, en ze hadden elkaar begrepen. Hij had van haar gehouden, terwijl hij al haar duistere geheimen kende. Hij kon bij het beeld zijn dat ze naar de buitenwereld ophield en bij het monster binnen in haar. Of, nou ja, dat had ze lange tijd geloofd. Tot ze het monster in hem echt goed had leren kennen. En twee monsters in één kooi bijten elkaar dood.

En twee monsters in één kooi bijten elkaar dood.

En één monster en een mens? Anna zuchtte. Misschien dat zoiets alleen werkt tot het monster honger krijgt. En wat als er geen mens in de buurt is? Gaat een monster dan op jacht? En als dat niet lukt? Wat zal het dan doen als het te hongerig wordt? Eet het dan zichzelf op? Misschien wel. Het meisje in de spiegel keek haar nu beschuldigend aan, en ook dat was een blik die ze nog niet vaak gezien had op een gezicht dat ze zo goed dacht te kennen.

Haar appartement had niet alleen last van monsters, realiseerde ze zich nu, maar ook van een heleboel spoken. Sommigen dwaalden al bijna haar hele leven met haar mee. Sommigen waren er na de breuk met haar … ex pas bijgekomen. Maar allemaal fluisterden ze zodat het nooit echt stil was in haar hoofd. Ze schreeuwden zodra het donker genoeg geworden was. En zolang ze hier waren, kon zij hier niet echt zijn, laat staan iemand anders.

Nee, besloot ze, ze ging niet naar die blind date en ze zou zelfs niet eens afbellen. Ze was niet zo alleen als ze dacht, en zeker niet single. Er was iets dat ze echt op moest lossen. Het zou niet makkelijk worden. Maar misschien kon ze vanavond een voorzichtig begin maken. Ze deed de hakken uit, zette haar tas neer en liep toen op blote voeten terug naar de spiegel. Ze lachte even, een écht sexy lach om haar vuurrode lippen. Even aarzelde ze nog. En toen vroeg ze het:
,,Wil jij misschien van me houden? Wil je mijn vriendin zijn? Monsters onder elkaar?”