Een slapeloos departement

Soms verander ik in een vlinder en fladder rond op zoek naar een mooi verhaal dat ik nog niet kende. Kleine oogjes zien soms grote dingen, en vanuit de lucht lijkt alles anders. Zo vind ik mijn Vlinderverhalen. Dit keer dat van een slapeloos departement dat tot wiskundige wanhoop werd gedreven door het verdwijnen van hun beste vriend.

Die beste vriend was vanzelfsprekend de vriend die altijd met een geduldig knipperend rood lampje op hen wachtte als ze zichzelf op een grauwe maandagochtend weer naar hun werk hadden weten te slepen. Op hun rug hadden ze hun zware rugzakken met hun grote laptops erin, wat maakte dat ze wel iets weg hadden van schildpadden die zichzelf door de zee van mensen op het centraal station bewogen, de volle metro’s in en vanaf daar tussen de hoge glazen, metalen en betonnen gebouwen door naar het eindpunt van de hele reis: het departement.

Het wiskundedepartement, om preciezer te zijn, en om nog preciezer te zijn, de twaalfde verdieping waar de lokale onderzoeksgroep voor zuivere wiskunde zat. Die bestond voor het merendeel uit PhD-studenten, en dan was er nog een aardige groep postdocs en natuurlijk een klein groepje wijze professoren. En allemaal waren ze de hele dag bezig met het ontwikkelen van ingewikkelde vakgebieden, waarvan doorgaans nog geen duizend mensen op de wereld de naam kenden. Het was belangrijk doch vaak ook onbegrijpelijk werk, waarvoor de motivatie vooral uit pure passie voor abstractie kwam, naast natuurlijk een nobel streven om de wetenschap vooruit te helpen, en, nou ja, ook wel een beetje vanuit hun gezamenlijke vriend met het rode lampje.

Ja, dat heerlijke rode lampje dat je liefdevol opwachtte als het weekend weer voorbij was, of als je helemaal vastzat op je onderzoek en radeloos excuses zocht om je aandacht er heel even vanaf te halen, of als je op het punt stond een voordracht vol lastige constructies bij te wonen, of erger nog, zo’n voordracht te geven. Als dat lampje knipperde betekende het dat het water voldoende opgewarmd was, en dat betekende dat een volgende druk op de magische ronde knop zou zorgen voor een heerlijke kop dampende zwarte koffie. Precies wat de bewoners van deze twaalfde verdieping hielp om verder te werken aan hun ideeën, berekeningen en constructies. Je hoort wel eens dat wiskundigen een soort machines zijn die koffie omzetten in stellingen en bewijzen, en wie dit zegt heeft weliswaar ongelijk, maar zit ook weer niet heel ver van de waarheid af. Je zult het inmiddels wel begrijpen: de koffiepads waren bijna niet aan te slepen voor het departement, waar van ’s ochtends (erg) vroeg tot ’s avonds (erg) laat werd gewerkt.

Als dat lampje knipperde betekende het dat het water voldoende opgewarmd was, en dat betekende dat een volgende druk op de magische ronde knop zou zorgen voor een heerlijke kop dampende zwarte koffie.

Nou ja, tot Max het zat werd dan. Max, dat was de conciërge van het departement, verantwoordelijk voor eigenlijk alles wat niet wetenschappelijk was, waaronder dus ook het geliefde koffiezetapparaat. En de staat van dat laatste stoorde hem al een hele tijd. Op een goed moment werd het zo erg dat hij besloot drastische maatregelen te nemen. Natuurlijk twijfelde hij er nog over of hij dit echt wel kon maken, of het niet te ver ging, of er écht geen andere manier was om de wiskundigen te doen inzien…
Maar nee, het kon niet anders.
Op een vroege maandagochtend haalde Max de stekker die de energieleverancier van dit departement van energie voorzag uit het stopcontact, maakte hem met tape vast om het apparaat heen, haalde alle onderdelen demonstratief los en plakte er een briefje op:

Geachte wiskundigen,

Dit apparaat is afgesloten tot het grondig is gereinigd. Ik wijs u er graag nogmaals op dat dit uw eigen verantwoordelijkheid is (die dus niet binnen het contract van de schoonmakers en/of conciërge valt).

Max

Anastasia was de eerste die het zag. Zij werkte aan splitsingen van het getal vijf, en arriveerde doorgaans al tegen acht uur. Ze was zo iemand die eigenlijk altijd moe was, en al helemaal op maandagmorgen. En op deze bewuste maandagmorgen was ze ook nog eens ongesteld. Je zult begrijpen dat haar humeur het vriespunt bereikte toen ze dan ook nog eens ontdekte dat haar dagelijkse dosis cafeïne er die ochtend niet inzat. Ze stuurde een bloedchagrijnig bericht naar haar collega’s, om ze vast te waarschuwen, gevolgd door de nodige huilende emoji’s.

Op een vroege maandagochtend haalde Max de stekker die de energieleverancier van dit departement van energie voorzag uit het stopcontact, maakte hem met tape vast om het apparaat heen, haalde alle onderdelen demonstratief los en plakte er een briefje op.

Die dag was de sfeer op het departement bedrukt. Sommigen namen een thermosfles koffie mee, of sleepten zelfs hun eigen koffiezetapparaat van thuis naar hun kantoor. Anderen haalden zo’n veel te dure gerecycled-plastic-beker-koffie-van-versgebrande-biologische-bonen-die-niet-eens-echt-lekker-was in de kantine tijdens de lunch. En weer anderen gingen over op chemische cafeïnepillen omdat dat eigenlijk hoe dan ook tijd scheelde. Bijna alle gesprekken die die dag gevoerd werden, gingen maar over één ding.
,,Max is zo ongelooflijk onredelijk,” vond Leon, een postdoc die aan het Birch-Swinnerton-Dyer Vermoeden werkte. “Hij had ons toch op zijn minst kunnen waarschuwen?”
,,Het is sowieso niet eerlijk,” haakte Luigi, die met het Vermoeden van Goldbach bezig was, erop in. “Dat apparaat werkte toch nog prima?”
,,Het ging er geloof ik meer over dat het hartstikke smerig was omdat niemand dat ding ooit schoonmaakte,” zei Amir, die de statistiek van hogere dimensies bestudeerde. “Ik denk dat Max best wel ergens een punt heeft.”

En dat was ook wel zo. Hoeveel de wiskundigen ook van hun geliefde rode lampje hielden, aan ontkalken, afwassen of anderszins schoonmaken deden ze zo goed als niets. Dat krijg je denk ik als er teveel mensen verantwoordelijk zijn voor iets: uiteindelijk voelt niemand zich geroepen om ook echt iets te doen. Anastasia had er bijvoorbeeld wel eens over gedacht het apparaat een goede beurt te geven, maar elke keer besloot ze toch dat als níémand het deed, zij ook niet de Assepoester zou zijn die het wel eventjes voor iedereen zou regelen. En zo werd het apparaat viezer en viezer, tot er nieuwe schimmelsoorten op ontstonden die een beetje expert waarschijnlijk superinteressant had gevonden.

Die vrijdag escaleerde de situatie. Felix zat vast op een lastige berekening voor een kromme die heel erg krom was, en móést gewoon even een kop koffie hebben. Hij liep naar de keuken, maakte het geliefde apparaat los uit de wurggreep van haar stekker, zette alle onderdelen weer op hun plek en nam een heerlijke kop koffie. Intussen stuurde hij een triomfantelijk bericht aan de anderen:
Dat apparaat doet het gewoon!
De reacties varieerden van Stomkop, je snapt er niets van tot emoticons met rollende oogjes in hun gele gezichtjes. Het departement vreesde het ergste en helaas was dat ook precies wat er gebeurde.
Die volgende ochtend had Max het apparaat in zijn geheel weggehaald.

Hoeveel de wiskundigen ook van hun geliefde rode lampje hielden, aan ontkalken, afwassen of anderszins schoonmaken deden ze zo goed als niets.

In de week die volgde werd de stemming in het departement steeds grimmiger. Dat kwam vooral omdat niemand meer sliep. Ik weet het, je zou juist verwachten dat men zonder cafeïne beter zou slapen. Maar hier was iets heel vreemds aan de hand.
Natuurlijk had het deels te maken met het emotionele gemis. Zelfs al waren er de thermosflessen en meegenomen apparaten, niets smaakte zoals de vertrouwde koffie van het geliefde apparaat met dat fijne rode lampje. Maar dat was niet alles.
Er was namelijk ook een zwart spook.

Om preciezer te zijn, was het het spook van het koffiezetapparaat, dat inmiddels pikzwart geworden was van alle geconcentreerde en nooit schoongemaakte koffieresten. En toen Max het apparaat in de bergingskast legde, had het spook ineens geen huis meer en begon het rond te dwalen. Zoals de meeste spoken werd het niet zo graag gezien. Het was vrij verlegen, maar niet te verlegen om de arme medewerkers van het departement genadeloos kennis te laten maken met haar duistere kracht: de eeuwige slapeloosheid. Iedereen die ook maar de schaduw van het spook gezien had kon niet meer slapen, hoe moe ze zich ook voelden.

En al snel werd het departement tot wiskundige wanhoop gedreven. Wiskunde, zo moet je weten, is niet iets wat je al te makkelijk doet als je moe bent, al helemaal niet zonder goede koffie. Iedereen op de twaalfde verdieping was chagrijnig, radeloos en vooral dood-en-doodop. Het had niet lang kunnen duren. Maar gelukkig deed het dat ook niet. Het zwarte spook genoot wel van het aanrichten van zoveel ellende, maar het raakte ook vrij snel verveeld. En na een paar weken begon het bovendien haar huisje toch wel heel erg te missen. Het besloot in te grijpen.

Wiskunde, zo moet je weten, is niet iets wat je al te makkelijk doet als je moe bent, al helemaal niet zonder goede koffie.

Wederom begon het bij Anastasia, maar nu op maandagnacht in plaats van maandagochtend. Ze viel ineens in slaap, eindelijk, na alle nachten dat ze met roodomrande ogen naar het plafond had gestaard. En bijna meteen kreeg ze een droom, waarin ze een kopje thee dronk met het zwarte spook, wat haar op zeer serieuze toon uitlegde hoe deze hele situatie was ontstaan en waar het koffiezetapparaat was. Anastasia kon alleen maar knikken. Het spook, zo realiseerde ze zich, had helemaal gelijk. En zodra ze wakker werd wist ze wat haar te doen stond.

Haar collega’s, zo bleek al snel, hadden diezelfde droom gehad. Het zwarte spook had hen een belangrijke missie gegeven, en het departement begon er meteen aan. Al snel bleek dat Frederico nog een breekijzer thuis had liggen (waarom wilde hij niet zeggen maar hij verzamelde nu eenmaal vreemde objecten in zijn weinige vrije tijd), waarmee ze de bergingskast zo open hadden. En daar stond het dan. Hun geliefde apparaat met het fijne rode lampje. Er ging een hele fles schimmelreiniger, een halve bus ontkalker en bijna een liter citroensap doorheen, maar na een lange ochtend schrobben, poetsen en door-laten-lopen-met-water zag het apparaat er weer uit alsof het net uit de winkel kwam.

Trots zetten de wiskundigen het weer op zijn vertrouwde plekje, met een briefje erbij waarop hun nieuwbedachte schoonmaakrooster stond. Vanaf nu kreeg het apparaat elke week een liefdevolle beurt. De wiskundigen hadden hun geliefde apparaat terug en konden eindelijk weer terug naar productief onderzoek en gezellige koffiepauzes tussendoor. Max hield de situatie nauwlettend in de gaten, maar was ook wel blij dat hij eindelijk begrepen was, en ach, de deur naar de berging had hij toch al eens willen vervangen. En het zwarte spook? Dat trok diezelfde nacht weer lekker terug in het apparaat en bezielde het nog lang met haar koffiezwarte geest.