De Slechterik

Soms verander ik in een vlinder en fladder rond op zoek naar een mooi verhaal dat ik nog niet kende. Kleine oogjes zien soms grote dingen, en vanuit de lucht lijkt alles anders. Zo vind ik mijn Vlinderverhalen. Dit keer dat van een slechterik.

Ze werd wakker, en haar hoofd stelde de gebruikelijke vragen. Waar was ze? Wat ging er gebeuren? En wie was ze? En nog voor ze ook maar begon zich alle antwoorden te herinneren, wist ze alweer één ding heel zeker.
Dat ze slecht was. Heel slecht. Heerlijk slecht.
Ze ging rechtop in bed zitten, rekte zich even uit en liep met de langzame passen van een sierlijk roofdier naar de grote spiegel, waar ze haar zwarte jurk aandeed, haar ijskoude ogen met twee duidelijke stroken eyeliner onderstreepte en daarna met een paar perfecte bewegingen haar bloedrode lippenstift opdeed. Ze pakte haar paraplu (die vanzelfsprekend ook zwart was), klapte hem uit, draaide een paar rondjes om zichzelf heen en lachte haar eerste gestoorde lach van vandaag. Het werd een heerlijke dag.

Natuurlijk woonde ze in een oud kasteel, waarvan het onderhoud nét iets te lang geleden was, maar waarvan de inrichting helemaal naar haar smaak was, met schilderijen in van die pompeuze gouden lijsten, rode vloerbedekking die eruitzag alsof hij voortdurend pijn had, en overal aan de muur verzamelingen messen, bijlen, oude zwaarden en opgezette koppen van dieren. In de woonkamer hingen overal portretten van mensen aan wie ze een hekel had, en terwijl haar ontbijt nog in de magnetron stond, tekende ze met een rode pen strepen door hun ogen heen, schetste ze littekens op hun wangen en streek ze kruisjes door hun namen.

Het werd een heerlijke dag, omdat deze dag in geen enkel opzicht zou lijken op alle dagen die ze tot nu toe ooit beleefd had. Ze was niet het soort slechterik dat in de torens van haar kasteel weg zou kwijnen terwijl ze tegen iedereen die het hoorde zou klagen over hoe moeilijk ze het wel niet had, en hoe oneerlijk het allemaal wel niet was. Zij bepaalde wel wat eerlijk was. Zij bepaalde wel hoe haar leven zou lopen. Zij regelde wel dat ze precies kreeg wat ze wilde.
Ze had plannen, dingen die voor deze wereld onvoorstelbaar waren, maar voor een geest als die van haar…

Het werd een heerlijke dag, omdat deze dag in geen enkel opzicht zou lijken op alle dagen die ze tot nu toe ooit beleefd had.

Het was een fascinerende geest van ongekende diepte, een geest vol gevaarlijke haaien en prachtige onderwaterbloemen, een geest van genialiteit, briljant en bewonderenswaardig. En dat dan terwijl ze ook nog zo mooi was. Ze lachte nog even naar de spiegel waar ze langskwam onderweg naar de keuken, waar ze haar ontbijt inmiddels uit de magnetron kon halen. Ze had overal spiegels opgehangen in huis, omdat ze zo graag naar zichzelf keek.
,,Zeg nou zelf,” dacht ze dan elke keer. “Zo iemand verdient toch de hele wereld?”

Zo iemand zou zich toch nooit zorgen hoeven te maken om wat dan ook?
De mooiste kleding, de meest waardevolle sieraden, de duurste make-up en ‘s werelds allerleukste schoenen moeten dragen?
De macht moeten hebben om alles te doen wat ze maar wilde?

Oh er was een tijd geweest dat ze nog dacht dat zij vooral voor anderen bestond. Vooral voor hém waarschijnlijk. Dat had ze ooit een keer ergens plechtig beloofd, met een lelijke witte jurk en een goedkope bos bloemen erbij, en huilende familieleden en al dat soort sentimentele dingen.
Maar je beloftes houden was voor sukkels. Sterker nog, beloftes dóén was voor sukkels. De enige belofte die de slechterik ooit gedaan had, was dat ze zichzelf onder geen enkele voorwaarde tekort zou doen. Nooit meer.

Ze had overal spiegels opgehangen in huis, omdat ze zo graag naar zichzelf keek.

Ze voerde haar draak, die een lief spinnend geluid maakte zodra hij weer vers vlees mocht verscheuren. Ze aaide hem even tevreden over zijn schubben. Soms had ze het gevoel dat haar huisdieren de enige waren die haar echt begrepen. Maar de rest van de wereld zou het ook begrijpen. Snel, heel snel, als alles in brand zou staan, overal explosies zouden zijn, en het langzaam tot iedereen door zou dringen dat ze haar hopeloos onderschat hadden. Maar dan zou het te laat zijn. Bij alleen al de gedachte aan haar wraak lachte ze, uitzinnig en tegelijk ijskoud.

Ja, één ding wist ze heel zeker.
Dat ze slecht was. Heel slecht. Heerlijk slecht.
En ze zou voor niemand veranderen. Zelfs voor hém niet. Zelfs al was hij er nog zo vaak voor haar geweest. Zelfs al kon hij niet meer uit bed komen zonder haar hulp. Zelfs al zou hij zonder haar niet bij de dokter kunnen komen, zijn medicijnen vergeten en echt alleen zijn met zijn lijden.
Want het lijden van andere mensen kon haar niets, maar dan ook niets meer schelen. Ze pinkte een onzichtbaar traantje weg bij de gedachte aan hoe naïef ze ooit geweest was, in de tijd dat ze nog dacht dat ze om mensen gaf.
Het was goed om slecht te zijn. Het was geweldig zo.

Ze liep een lange gang in, die door de fakkels spookachtig verlicht werd, op weg naar haar geheime wapen in de kelder, of naar haar gevangenen, of naar de blauwdrukken van het plan waarmee ze….
De fakkels begonnen te flikkeren, en de vloer ook, maar ze was niet bang. Want ergens had ze misschien al die tijd wel geweten dat dit niet echt kon zijn. En dus sloot ze haar ogen, en ze wist dat als ze ze weer open zou doen, alles er heel anders uit zou zien.

De fakkels begonnen te flikkeren, en de vloer ook, maar ze was niet bang. Want ergens had ze misschien al die tijd wel geweten dat dit niet echt kon zijn.

Ze werd wakker en wist maar al te goed waar ze was. Ze trok de dekens over haar hoofd om het nog even niet te hoeven weten. Maar ze kon niet te lang blijven liggen. Híj was vast al wakker en hij moest binnen een uur die oranje tabletjes hebben, dat had de dokter gezegd.
Nee, ze had geluk, zag ze nu. Hij sliep nog. Dat betekende dat ze misschien wel een heel halfuur zou hebben om rustig te ontbijten, misschien wel even iets te lezen, thee te zetten…
Ze stond snel op, kleedde zich aan, en begon ontbijt te maken. En net op dat moment belde er een vriendin.

,,Hoe is het?” vroeg ze.
,,Het gaat wel. Hij boekt volgens de dokter vooruitgang, maar het is nog maar zeer de vraag of hij ooit helemaal zal herstellen.”
,,Gelukkig heeft hij jou,” zei de vriendin. “Weet je dat ik er heel veel bewondering voor heb hoeveel je voor hem doet, en dat dan maar even naast je baan en het hele huishouden?” En even kwam ze in de verleiding om zoals gewoonlijk te zetten dat je dat nou eenmaal voor je partner doet. Maar om de één of andere reden besloot ze eerlijk te zijn.
,,Weet je?” zei ze. “Ik houd zielsveel van hem en dus ga ik door, maar soms begrijp ik wel een beetje meer waarom slechteriken in films altijd zo tot de verbeelding spreken.”