Omdat je een vrouw bent

Soms verander ik in een vlinder en fladder rond op zoek naar een mooi verhaal dat ik nog niet kende. Kleine oogjes zien soms grote dingen, en vanuit de lucht lijkt alles anders. Zo vind ik mijn Vlinderverhalen. Vandaag dat van Aurelia die moest leren om “omdat” te vervangen door “ondanks”.

Ze wist nog heel goed hoe ze het de eerste keer gehoord had.
,,Maar jij bent hier alleen omdat je een vrouw bent.”
Dat was vlak nadat ze aangenomen was voor een prestigieus masterprogramma. En ze kreeg nog een studiebeurs ook, omdat ze een tijdje in het buitenland zou gaan wonen voor vakken die alleen daar werden gegeven. Ze was er zo enthousiast over geweest dat ze die avond zeker een kwartier in haar pyjama stond te springen voor de spiegel. En nu wist ze wat ze toen niet zag.

Ze zag niet dat ze geweldige cijfers had.
Ze zag niet dat ze sneller was, slimmer en bovendien ambitieuzer dan de meeste van haar studiegenoten.
Ze zag niet dat ze haar stiekem bewonderden.

En dus geloofde ze het nog even ook toen hij het zei. Op de ochtend dat het allemaal zou beginnen stond ze – alweer – zeker een kwartier te springen in haar nette jurkje, voor diezelfde spiegel. Ze had het weer onder controle toen ze op de universiteit aankwam, en wachtte, vanbuiten elegant en kalm en vanbinnen gruwelijk ongeduldig, voor de deur van de ruimte waar de kennismakingsochtend zou gaan beginnen. Ze wist dat dit masterprogramma veel internationale studenten aantrok, en ze was heel benieuwd wie ze straks zou gaan ontmoeten, en waar ze allemaal vandaan zouden komen.

En nu wist ze wat ze toen niet zag…

Dat was het moment waarop hij langsliep.
,,Doe jij mee aan dat programma?” vroeg hij ongelovig.
Aurelia had enthousiast geknikt. En dat was het moment dat hij het gezegd had. Of goed, misschien niet precies dat. Maar wel ongeveer. Ze zeiden nooit precies dat. Ze wist nu dat ze dat toen niet zag. Ze had altijd gedacht dat seksisme betekende dat er iemand op haar af zou komen, en dan zou zeggen:
,,Omdat jij een vrouw bent, kun je niet…”
En dat was haar nog nooit gebeurd, zelfs al wist ze dat haar vakgebied bekendstond als een echte mannenwereld. Of, nou ja, het was nog bijna nooit gebeurd. Ze glimlachte toen ze eraan terugdacht.

Het was iemand anders geweest. Iemand die ze niet zo goed kende, al wist ze wel dat hij dezelfde studie deed, alleen was hij nog niet zo ver als zij. Ze was hem tegengekomen in de gang, onderweg naar de kantine.
,,Ik hoorde dat je dat enge vak volgt waar iedereen het over heeft?” vroeg hij ongelovig. Aurelia had enthousiast geknikt. En toen was hij begonnen over dat er in dat vakgebied bijna geen vrouwen werkten, en dat ze dus misschien moest overwegen om een andere richting uit te gaan. En hij bedoelde het niet slecht, dat kon ze horen aan zijn toon. Het was welgemeend advies, of zo zag hij het in elk geval zelf. Ze had vriendelijk gelachen, dankjewel gezegd, en toen was ze doorgelopen. Ze zag nog niet wat ze nu zag.

De jaloezie, die nooit zou worden uitgesproken.
De onwetendheid, die verborgen werd door zelfverzekerd te klinken.
De stereotypes, waarvan iedereen beweerde die niet in hun hoofd te hebben.

Op die dag die met een springsessie was begonnen had ze het zich nog oprecht afgevraagd. Hadden ze haar alleen maar aangenomen omdat ze een vrouw was? Het zou kunnen, toch? Iedereen wist dat er in haar vakgebied maar weinig vrouwen werkten dus moesten ze niet één of ander quotum halen? Ze glimlachte inmiddels als ze eraan terugdacht. Ze had zoveel moeten leren.

Het zou kunnen, toch? Iedereen wist dat er in haar vakgebied maar weinig vrouwen werkten dus moesten ze niet één of ander quotum halen? Ze glimlachte inmiddels als ze eraan terugdacht.

En deels had ze dat al gedaan toen ze het de tweede keer hoorde. Nu van een postdoc, die de sollicitaties voor PhD-posities enthousiast gevolgd had, en gezien had dat er in de advertentie stond dat ernaar gestreefd werd minstens drie posities te vullen met vrouwen. En ze hadden ook precies drie vrouwen aangenomen, en zeven mannen. Dus volgens hem was het meteen duidelijk.
,,Jij bent hier alleen maar omdat je een vrouw bent.”

En nu had ze niet gelachen. In plaats daarvan was ze begonnen aan een verhitte discussie die bijna een uur zou gaan duren. Samen met haar waren er toch vier mannen aangenomen die hetzelfde masterprogramma hadden gedaan als zijzelf, en ook ongeveer dezelfde cijfers hadden? Eén van de twee andere vrouwen zat ook in dat masterprogramma, en de andere had op één van de beste plekken in Europa gestudeerd. Maar toen ze dat allemaal zei, zuchtte de postdoc en zei dat ze ook écht niet tegen een grapje kon.

Was het een grap? Misschien. Of misschien niet, of in elk geval niet helemaal. Toen ze het er met een vriend over had, probeerde die haar op te vrolijken met de woorden:
,,Weet je, misschien ben je er dan wel gekomen door één of ander quotum, maar het begint nu pas echt, toch? Je kunt ze laten zien dat je dit echt wel kunt.” En even had ze zich beter gevoeld. Want ze zag nog niet wat ze nu zag.

Ze hoorde zo vaak “hij is echt heel slim, hij doet een PhD”.  
Maar voor haar was deze baan alleen maar het begin van een traject waarin ze kon gaan bewijzen dat ze hem ook waard was?

Was het een grap? Misschien. Of misschien niet, of in elk geval niet helemaal.

En ze was gaan lezen, naar vrouwenconferenties gegaan, gaan praten over wat ze meemaakte. Ze had ooit nog gedacht dat seksisme betekende dat er iemand op haar af zou komen, en dan zou zeggen:
,,Omdat jij een vrouw bent, kun je niet…”
Dat gebeurde niet zo veel. Maar seksisme bestond, al was het soms lastig om er precies haar vinger op te leggen wat het dan wél was. Toch vond ze er woorden voor, door de jaren heen. En ze vond een woede in zichzelf, omdat het eigenlijk zó oneerlijk was. Dat verklaart misschien nog wel het beste hoe ze reageerde toen ze het de derde keer hoorde.

Dat was toen ze professor werd. Inmiddels had ze een indrukwekkende lijst papers gepubliceerd, jarenlange ervaring met lesgeven en souvenirs uit de vele landen waar ze was geweest om voordrachten te geven. En toch was er weer iemand die het moest zeggen.
,,Jij bent hier alleen maar omdat je een vrouw bent.”

Waarom geloven mensen dingen? Ze had ooit gedacht dat ze daar altijd een goede reden voor hebben. Maar mensen geloven heel veel dingen zonder dat ze precies uit kunnen leggen waar dat op gebaseerd is.
,,Waarom reageer je niet?” vroeg hij, toen ze een tijdje stil was geweest. Ze had haar hoofd geschud.
,,Lees gewoon het onderzoek eens na,” zei ze toen. En ze was weggelopen, op haar hoge hakken, richting haar nieuwe kantoor. Want nu zag ze alles helder en duidelijk. Ze was hier niet omdat ze een vrouw was.
Ze was hier om wat ze kon.
En misschien was ze hier zelfs wel ondanks dat ze een vrouw was.