De zwarte duif

Van geloven kun je heel veel denken, en er wordt dan ook veel van gedacht. En of je nu gelovig bent of niet, dit soort gedachten leveren meer dan eens heel interessante verhalen op. Ik heb altijd een Intrigerende Gedachtenvanger bij mijn slaapkamerraam hangen die ik ooit met wat magie in elkaar geknutseld heb, en er vliegt maar wat vaak een bijzondere gedachte over geloof in. En zo ontdekte ik laatst het verhaal van Leila, de zwarte duif en haar vreemde droom.

Ze wisten het niet, bleef Leila zichzelf vertellen. Niemand wist het, want niemand kon het weten. Ze had het immers aan niemand verteld, of nou ja, bijna niemand. Haar familie wist het, maar die zouden het wel geheim houden. Haar vrienden wisten het niet. En haar studiegenoten al helemaal niet. Ze huiverde terwijl ze haar boekentas dicht ritste en op weg ging naar de metro.

Even had ze getwijfeld over of ze vandaag eigenlijk wel naar college wilde. Maar ze was bang dat het op zou vallen als ze niet zou gaan. En dan zouden ze het misschien wel gaan vermoeden. Ze huiverde weer, maar onderdrukte het, want ze was nu al op straat en anderen konden haar zien. En ze had veel meer dan anders het gevoel dat ze naar haar keken. Iedereen keek naar elkaar. En aan hun blikken zag je dat ze bang waren.

En dat was ook wel logisch na wat er gisteravond gebeurd was. Als ze straks het centrum zou bereiken zou ze misschien de resten van de vernietiging wel kunnen zien. De grote toren van het gemeentehuis die ingestort was. Het plein waar de bom afgegaan was en wat nu helemaal in puin lag. De vele bloemen die overal neergelegd werden met teksten erbij als Onze vrijheid kan niemand afpakken! of iets in die richting.

Iedereen keek naar elkaar. En aan hun blikken zag je dat ze bang waren.

Leila had al een hele tijd niet echt het gevoel dat ze vrij was. Maar misschien lag dat aan haar. Ze was zo in gedachten dat ze bijna het metrostation voorbijgelopen was. Ze zocht een plekje tussen de vele wachtende mensen en wenste dat ze zichzelf onzichtbaar kon maken. Ze hoopte dat ze de afschuwelijke gebeurtenissen zou kunnen vergeten. Ze hoopte dat de wereld dit zou kunnen vergeten.

Maar dat zouden ze niet. Iedereen praatte erover: de mensen die samen met haar in de metro stapten die inmiddels gearriveerd was, fluisterend maar vaak ook schreeuwend, de kranten die door vorige reizigers op de stoeltjes in de metro achtergelaten waren, de nieuwsschermen die er hingen, en volgens die schermen ook de overheid, en de overheden van andere landen, en de grote bedrijven.

Alleen Leila zou zwijgen. Dat deed ze immers al zo lang. Ze zou op de toiletten haar gebeden opzeggen, zo zacht fluisterend dat haar stem net niet zou verdwijnen in de stilte. Ze zou pas vanavond haar teksten weer durven lezen, als ze veilig thuis was. En liegen, nog meer liegen dan ze al gedaan had als dat nodig was. Ze huiverde nu al voor de derde keer.
,,Vreselijk, hé?” zei de man die naast haar zat, wijzend op het scherm waarop het nieuws nu voor de zoveelste keer langskwam. “Ik hoop dat ze snel gepakt worden. Die religieuze gekken maken de hele wereld kapot.”
,,Precies,” zei Leila. Ze schrok toen achter haar een grote, zwarte vogel een hard geluid maakte. Hoe was die de metro binnengekomen?

Alleen Leila zou zwijgen. Dat deed ze immers al zo lang.

Toen ze in de collegezaal aankwam begon het college met een lang verhaal over hoe trots de docent was dat de meeste studenten gewoon waren gekomen zelfs al hing er overal angst.
,,Wij laten ons niet bang maken,” besloot hij zijn betoog. “We zullen alle angst overwinnen door liefde.” Er volgde een applaus. Degene naast Leila fluisterde enthousiast dat de overheid werkte aan een plan om alle godsdiensten te laten opnemen, een meldpunt in te stellen voor radicale predikers en de politie undercover controles te laten uitvoeren in religieuze gebouwen.
,,Dan kunnen ze al die ellende niet nog een keer verstoppen,” zei hij. “Dit keer zijn we ze voor. Van mij mogen ze ze allemaal opsluiten.”

,,Precies,” zei Leila afwezig, zich afvragend wie ‘zij’ dan precies waren, en of ‘zij’ ook bij die mensen hoorden die angst zouden overwinnen door liefde. En hoorde zijzelf bij die ‘zij’? Ze huiverde weer, hoe hard ze ook probeerde het te onderdrukken. Ze vond het afschuwelijk wat er gisteravond gebeurd was. Misschien vond juist zij het nog wel erger dan alle anderen hier. Ze kon de beelden niet uit haar hoofd zetten, van de lijken, van de brancards die in paniek weggedragen werden, van het kleine jongetje onder het bloed dat onder een stuk beton beschutting had gezocht. Het was alsof het een gat in haar eigen hart geslagen had. Ze keek naar buiten, en voor het raam zat weer die zwarte vogel. Het was een duif, zag ze nu, en ze realiseerde zich dat ze nog nooit eerder een helemaal zwarte duif gezien had. Ze hoorde hem niet, maar zag aan zijn snavel dat hij weer hetzelfde geluid maakte.

Toen ze die middag naar huis ging, kwam ze vlak langs een grote demonstratie. Tegen haar. Of zo voelde het ergens een beetje, al ging het volgens de demonstranten over vrijheid, moed en anti-extremisme. Ze zag dat een aantal van haar medestudenten eraan meedeed.
,,Kom je ook?” vroegen ze toen ze haar zagen.
,,Ik moet echt naar huis,” loog ze. “Ik heb straks nog een afspraak.”
,,Geeft niet,” zeiden ze. “We weten dat jij ook tegen die haatzaaiers bent.”
,,Precies,” zei ze. En boven haar hoofd kraaide nogmaals de zwarte duif, die blijkbaar het hele stuk achter haar aangevlogen was.

Hij volgde haar, realiseerde ze zich, om haar te wijzen op de waarheid die ze maar voor zich bleef houden. Het was geen makkelijke waarheid, vooral omdat ze hem zelf nog steeds niet goed begreep. Volgens de maatstaven van iedereen hier hoorde ze bij de ‘zij’, bij die haatzaaiers, bij de religieuze gekken. Maar tegelijkertijd wist ze zo zeker dat zij anders was … En ze zou het nooit uit kunnen leggen, dus bleef ze zwijgen, maar in de praktijk lag dit zwijgen verdacht dicht bij liegen.
Ze had tegen zichzelf gelogen.
Zodra ze uit het zicht van de anderen was, begon ze te rennen, en zodra ze thuis was, huilde ze de hele avond, tot ze uiteindelijk in slaap viel.

Ze had tegen zichzelf gelogen.

Die nacht had Leila een droom. Ze zag het gezicht waar iedereen nu al de hele dag naar keek op het nieuws. Het gezicht van iemand die er niet meer was, omdat hij gisteravond zijn eigen leven weggenomen had, samen met dat van heel veel onschuldigen. Het was het gezicht wat iedereen haatte. Maar zo keek het niet. Het keek zelfs heel tevreden. De jonge man liep over een breed pad, dat wel gemaakt leek te zijn van licht, naar een nog groter licht toe.

,,Grote god,” zei hij triomfantelijk. “Ik bied u bij dezen mijn leven aan, en daarmee ook de levens van meer dan honderd heidenen die bezig waren het geloof en onze tradities kapot te maken. Ik heb belangrijke symbolen van onze tegenstanders vernietigd en een duidelijk signaal afgegeven dat er met ons niet te spotten valt.” Hij keek afwachtend naar het licht. Maar dat zweeg.
,,Bent u niet trots op me?” vroeg de jonge man toen, ietwat verontwaardigd. “Bent u niet blij met al deze offers? Bent u eigenlijk wel…”

En toen sprak het licht, met een stem die niet echt een stem was, eentje die wel gemaakt leek van puur licht.
,,Als je werkelijk dacht dat ik blij zou zijn met bloed, dan denk ik inderdaad niet echt dat je weet wie ik ben.” Het licht werd feller, en Leila voelde liefde, zoveel liefde als ze nog nooit eerder ervaren had. Het was adembenemend. “Of wie degene is die straks op je wacht. Dat is ook niet echt een wonder, want je hebt nooit naar zijn stem geluisterd.”
,,Ik ken alle boeken uit mijn hoofd,” protesteerde de jonge man, maar het klonk zwakjes. “Ik heb mijn hele leven gewijd aan….”
,,Je hebt je leven lang dwars door de hemelse stemmen heen gepraat, precies zoals je nu doet.”  
De jonge man was nu duidelijk doodsbang. Hij dook in elkaar, viel op zijn knieën en begon te huilen.
,,Ik wil niet naar de hel,” schreeuwde hij uit. “Ik ben te bang…”
,,Je hebt dan ook je leven gewijd aan angst,” zei de stem. “Dat is wat je al die tijd aanbeden hebt.”

En hoewel Leila heel benieuwd was hoe het daarna verderging, schrok ze op dat moment wakker omdat haar wekker weer ging. Een paar minuten bleef ze liggen en staarde vol verbazing naar het plafond. Toen fluisterde ze:
,,Dankuwel.” En ze stond op om zich klaar te maken voor een nieuwe dag colleges.