Of ik een geheim kan bewaren? Ik zou zeggen van wel. Als je mij iets vertelt en erbij zegt dat het niet doorverteld mag worden, dan kan ik ook echt mijn mond wel houden. En toch wil ik iets veranderen aan de manier waarop ik met geheimen omga. De laatste tijd ben ik me er namelijk van bewust geworden dat zelfs het kunnen bewaren van een geheim nog niet altijd betekent dat je goed met geheimen overweg kunt…
De belangrijke eerste vraag: wat is precies een geheim? Natuurlijk is iets een geheim als de ander er expliciet bijzegt dat het niet de bedoeling is dat iets wordt doorverteld. Soms is dat niet eens nodig. Laatst vertelde een vriend me dat hij een ingewikkelde ruzie met zijn ouders had, waar behoorlijk wat persoonlijke dingen in omhoogkwamen, en hoewel hij er niet bij zei dat het geheim was, voel ik echt wel aan dat ik dit maar beter met niemand kan delen.
Maar vaak is het lastiger. Een collega van me moest laatst een presentatie geven, en vertelde me bij de koffieautomaat dat ze er best een beetje tegenopzag, zelfs al liet ze dat liever niet merken. De presentatie ging heel goed, en van haar zenuwen was niets te zien. Na afloop merkte degene naast me op dat dit echt heel professioneel gedaan was.
,,Ja,” zei ik. “En dat terwijl ze er best wel tegenopzag.” Oeps. Mocht ik dat eigenlijk wel zeggen? Dit gebeurt me vaker. En inmiddels ben ik ervan overtuigd dat als je ook maar enigszins twijfelt, het beter is om maar gewoon je mond te houden.
En inmiddels ben ik ervan overtuigd dat als je ook maar enigszins twijfelt, het beter is om maar gewoon je mond te houden.
Er zijn andere situaties waarin het dealen met geheimen me niet altijd even makkelijk afgaat. Dat heeft ook alles te maken met mijn eigen persoonlijkheid. Natuurlijk heb ik een paar échte geheimen, dingen over mezelf die ik geen levende ziel in deze wereld vertel, maar veel van de kleinere dingen vertel ik relatief makkelijk door. Ik ben wat je noemt een open boek. Als je iets over me wilt weten, is het over het algemeen niet moeilijker dan vragen. Ik ben graag open en eerlijk en ga echt niet zeggen dat het geweldig met me gaat als dat niet zo is.
En ik heb er ook niet zoveel moeite mee als anderen veel over me weten. Ik merk dat al die openheid en eerlijkheid vaak tot diepgaandere en bijzonderdere gesprekken leiden en zie het als een goede kant van mezelf. Toch heeft die openheid ook een slechte kant. Sommige van mijn onschuldige geheimen gaan namelijk niet alleen over mij. Dingen die met ex-relaties te maken hebben bijvoorbeeld. Als ik daarover praat, vertel ik al snel ook behoorlijk wat over die ander. Zonder toestemming van die persoon. En dat is natuurlijk niet zo handig.
Ik merk dat al die openheid en eerlijkheid vaak tot diepgaandere en bijzonderdere gesprekken leiden en zie het als een goede kant van mezelf. Toch heeft die openheid ook een slechte kant.
Over zo’n ex-relatie praat ik natuurlijk niet voor mijn plezier. Ik loop soms rond met allerlei moeilijke gedachten en gevoelens en dan moet ik het gewoon even kwijt. Erover praten helpt en omdat ik dat weet kan ik dingen soms moeilijk voor me houden. Dat gebeurt me helaas ook wel eens met de geheimen van anderen. Toen ik nog op de middelbare school zat, werd een meisje uit mijn klas verliefd op een docent, wat ze mij in vertrouwen vertelde. Ik deed natuurlijk mijn uiterste best om haar door alle moeilijke gevoelens en problemen die daarbij kwamen kijken heen te helpen, maar wist in veel gevallen ook niet goed wat ik moest doen.
En dus vertelde ik haar geheim toch door. Maar op een veilige manier, zo vertelde ik mezelf. Ik deelde het met een goede vriendin waarvan ik wist dat ze haar mond zou houden. Bovendien zat deze vriendin op een heel andere school in een heel andere stad, en kende ze het meisje waar het over ging dus niet, en de docent ook niet, en de kans was klein dat ze elkaar ooit zouden ontmoeten. Het leek goed te gaan. Uiteindelijk liep de hele situatie rondom docentenliefde met een sisser af, en mede dankzij de goede adviezen van de veilige buitenstaander wist ik een goede vriendin te zijn tijdens het hele proces.
En tóch heb ik er spijt van. Want de beide vriendinnen zouden elkaar wél ontmoeten in de toekomst, namelijk toen ik ze allebei uitnodigde op mijn verjaardag. En ik had maar mooi een ongemakkelijke situatie gecreëerd voor de “veilige buitenstaander”… En zo leerde ik: geheimen kunnen maar beter helemaal geheim blijven.
En zo leerde ik: geheimen kunnen maar beter helemaal geheim blijven.
Tenslotte: ook als het niet om een “echt geheim” gaat kan het soms nog een goed idee zijn om iets niet door te vertellen. Sommige dingen zijn niet geheim, maar toch is het niet de bedoeling dat ík ze doorvertel. Een voorbeeldje: laatst kwam een collega in tranen langs bij mijn kantoor. Hij zocht troost, want zijn relatie was zojuist uitgegaan. In de weken die volgden deed ik mijn best een beetje op hem te letten. En het moment kwam dat iemand me vroeg of ik zin had in een koffiepauze, en ik antwoordde:
,,Misschien moeten we die-en-die ook even vragen? Zijn relatie is net uit en het lijkt me goed als hij wat aanspraak heeft.” Oeps…
Was het dan geheim dat die relatie uit was? Vast niet. Op een goed moment zou iedereen er hoe dan ook wel achter komen. Maar het was aan de bewuste collega om het met de rest te delen, en niet aan mij. En zo zijn er wel meer dingen waarvan het gewoon niet de bedoeling is dat ik degene ben die ze met de wereld deelt.
Ben ik betrouwbaar? Ik zou zeggen van wel. Toch wil ik op de bovenstaande punten wat beter gaan letten de komende tijd. Dat betekent: bij twijfel of iets geheim is of niet, gewoon voor alle zekerheid niets zeggen. Dingen waar ik mee rondloop en die ik echt even kwijtmoet, en die ook anderen aangaan, desnoods opschrijven in plaats van uit te spreken. En goed nadenken over of het mijn plek is bepaalde dingen met anderen te delen, of die van iemand anders. Natuurlijk zal het me echt niet allemaal meteen lukken, maar ik wil in elk geval proberen een beetje beter te dealen met dit soort halve geheimen.