Om maar iets te zeggen

Soms kunnen mensen iets zeggen dat me echt aan het denken zet. Maar laatst gebeurde het voor het eerst dat iemand niets zei en dat me echt aan het denken zette.

Het was tijdens een project voor mijn werk, waarvoor een collega en ik samen een paar dagen naar een vestiging van ons bedrijf in het buitenland moesten. Het waren een paar lange dagen vol vergaderingen, presentaties, gesprekken met mensen, etentjes en avondjes uit. Leuk, dat zeker. Maar ook vermoeiend, om maar niet te zeggen: slopend.

Ik denk dat iedereen wat dit soort dingen betreft anders in elkaar zit, maar ik ben best wel introvert en van al teveel contact met mensen raak ik snel uitgeput. Al zou je dat niet zeggen. Ik praat namelijk veel. Ik stap makkelijk op mensen af die ik nog niet ken. Ik heb altijd wel een grappig verhaal klaar. En dus zijn de meeste mensen best verbaasd als ik uitleg dat hoewel ik dit soort uitjes superleuk vind, ze me ook afschuwelijk veel energie kosten.

Maar de collega die dit keer met me meeging was anders. Toen we stonden te wachten op de trein terug, verzuchtte ik dat ik echt doodop was na deze paar dagen, en dat ik ergens wel blij was dat ik weer naar huis kon. De collega zou nog niet naar huis gaan. Die moest direct door naar een familieweekend met al haar ooms, tantes, neefjes en nichtjes erbij. En ze had er nog zin in ook, en zag er – nu ik eens goed keek – lang niet zo moe uit als ik, terwijl ze minstens zo introvert is.

Toen we stonden te wachten op de trein terug, verzuchtte ik dat ik echt doodop was na deze paar dagen, en dat ik ergens wel blij was dat ik weer naar huis kon.

Ik zei dat ik veel bewondering had voor hoe ze haar energieniveau zo op peil wist te houden.
,,Dat komt omdat jij altijd zo je best doet,” zei mijn collega toen. “Weet je, je kunt ook gewoon bij mensen zijn zonder dat je altijd maar iets hoeft te zeggen.”
Ja. Ja, waarschijnlijk wel. Ik had er niets op te zeggen. Ik dacht weer even terug aan de afgelopen dagen. Mijn collega had inderdaad lang niet zoveel gepraat als ik. Ze was er wel de hele tijd gewoon bij, deed overal aan mee, en af en toe zei ze iets, wat dan meestal ook écht een rake opmerking was.

Ik dacht er de rest van de treinrit over na en realiseerde me dat ze gelijk had. Als ik met anderen praat, dóé ik ook altijd erg mijn best om zo aanwezig te zijn als ik ben. Ik verzin vreemde vragen, heb altijd een paar leuke verhalen klaar en vertel makkelijk veel over mezelf. Want op de één of andere manier kan ik er niet goed tegen als het gesprek stilvalt. Maar, zo vroeg ik me nu voor het eerst in drie decennia eens af, waarom eigenlijk?

Ja, waarom? Het voelt dan alsof ik gefaald heb, op de één of andere manier. Maar waarom voelt het eigenlijk zoveel als mijn taak om altijd een geanimeerd gesprek gaande te houden? Dat ligt toch ook bij de mensen met wie ik praat, of niet? Waarom moet ik iedereen altijd maar vermaken? Het werd tijd dat dit eens anders werd, zo besloot ik. Geen gesprekken meer om maar een gesprek te hebben.

Het werd tijd dat dit eens anders werd, zo besloot ik. Geen gesprekken meer om maar een gesprek te hebben.

En sindsdien ben ik aan het oefenen. En het is moeilijk. Ik ben ermee begonnen tijdens de lunchpauzes op mijn werk. Er is een specifieke collega waar ik vaak naast zit in de kantine, en hij is best een stille persoonlijkheid. Vaak vraagt hij hoe het met mij is, en met het werk, en dan zeg ik iets van “goed”, en dan stel ik dezelfde vragen en krijg “goed” terug, en daarna weten we geen van beide nog wat te zeggen. En tot voor kort zou ik dan heel hard zoeken naar een geschikt onderwerp om snel over te beginnen. Maar nu zwijg ik. Ik ga verder met het opeten van mijn lunch, doe mijn best er ontspannen uit te zien en houd vooral mijn grote mond. En menselief wat voelde dat in het begin ongemakkelijk.

Anderzijds was het ook wel interessant wat er gebeurde. Soms zweeg de collega ook, en dan waren we gewoon samen stil tot het einde van de lunch. En dat ging eigenlijk wel prima. Dat ongemak wat ik voel, zo leerde ik, is écht vooral een gevoel, iets in mijn hoofd dat de ander misschien wel helemaal niet zo voelt. En soms verbrak mijn collega de stilte op een goed moment weer. Op een goede dag begon hij ineens over zijn verleden als breakdancer. Ik was verbaasd: ik had nooit geweten dat hij ooit breakdancer was geweest. En we hadden misschien wel het beste gesprek in tijden.

Zo kwamen er wel vaker ineens dingen naar boven die ons toch nog een interessant gesprek opleverden. En negen van de tien keer was het een onderwerp waar ik niet zo snel op was gekomen. Ik kreeg nu een veel beter idee van waar mijn collega’s eigenlijk zoal mee bezig zijn, en wie ze eigenlijk zijn, en dat was fascinerend. Stil zijn, zo leerde ik al snel, heeft ook alles te maken met luisteren, met echte aandacht voor de ander. Niet altijd het gesprek bepalen geeft de ander ruimte om zichzelf te laten zien.

Stil zijn, zo leerde ik al snel, heeft ook alles te maken met luisteren, met echte aandacht voor de ander. Niet altijd het gesprek bepalen geeft de ander ruimte om zichzelf te laten zien.

Ik besloot verder te experimenteren, en probeerde ook wat vaker stomweg stil te blijven tijdens gesprekken met familie en vrienden. Met goede resultaten. En ik leerde in het proces na een tijdje nog een onverwachte les: echt even nadenken voor ik zomaar iets zeg, en me af te vragen of wat ik wil zeggen eigenlijk wel bijdraagt aan het gesprek. Of het eigenlijk wel aardig (of anders nodig) is om te zeggen. Of het eigenlijk geen informatie bevat die ik liever niet wil delen. Ik denk dat dit het aantal Stomme Opmerkingen Waar Ik Spijt Van Krijg aardig heeft gereduceerd. En ik kom ook een stuk zelfverzekerder over als ik met anderen praat, want ik wéét wat ik wil zeggen en waarom.

En qua energie? Bij mensen zijn, zo heb ik nu maar weer eens bewezen, kost me altijd de nodige energie, zelfs als ik niet zoveel praat. Maar toch scheelt het iets. En ik denk nog steeds dat mijn collega gelijk had. Vaak is het heel goed om jezelf uit te drukken, dat geloof ik nog steeds oprecht. Maar als je even niets te zeggen hebt, kun je misschien ook maar beter even niets zeggen.